Kunnen subsidies tegelijkertijd worden benut?
Voor een werkgever zijn er verschillende subsidies die mogelijk benut kunnen worden. De mogelijkheid bestaat ook dat de werkgever recht heeft op 1 of meer van deze subsidies. Kunnen deze subsidies dan tegelijkertijd worden benut of valt er 1 weg? In principe geldt de vuistregel: subsidies vanuit dezelfde instantie kunnen niet gecombineerd worden.
Praktijkleren & LKV
Werkgevers kunnen praktijk- of werkleerplaatsen aanbieden om mensen beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Wanneer zij dit doen kunnen zij mogelijk gebruik maken van de subsidieregeling Praktijkleren. Deze subsidie is een tegemoetkoming voor de kosten die een werkgever maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. De subsidieregeling Praktijkleren richt zich onder andere op studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat aan gekwalificeerd personeel. Het maximale subsidiebedrag per gerealiseerde praktijk – of werkleerplaats is €2.700.
Daarnaast bestaat het Loonkostenvoordeel (LKV) voor stagiairs. Het LKV is een jaarlijkse tegemoetkoming voor werkgevers die 1 of meer werknemers in dienst nemen uit doelgroepen die vaak lastig aan het werk komen. Deze doelgroepen bestaan bijvoorbeeld uit scholingsbelemmerden of arbeidsgehandicapte werknemers. Voor meer informatie over het LKV voor stagiairs, klik hier.
Het kan voorkomen dat een werkgever een stagiair aanneemt en voor deze stagiair recht heeft op beide subsidies. Deze subsidies zijn van verschillende instanties afkomstig. Het LKV wordt namelijk verstrekt door het UWV en Praktijkleren door het RVO. In dit geval kunnen beide subsidies aangevraagd worden voor deze stagiair.
LKV & Loondispensatie
Loondispensatie, die door de gemeente gegeven wordt, is een regeling voor de werkgever waarbij de werkgever minder loon hoeft te betalen aan werknemers met een Wajong-uitkering die minder presteren. Deze regeling is een maatregel om de arbeids(re-)integratie in de maatschappij te bevorderen. Bij deze regeling wordt een percentage van de loonkosten door de gemeente overgenomen, waardoor de werkgever slechts het overige gedeelte aan loonkosten voor eigen rekening krijgt.
Het kan voorkomen dat de werkgever iemand in dienst heeft met een loondispensatieregeling van de gemeente, maar dat de betreffende werknemer ook onder 1 van de 4 doelgroepen van het LKV valt. De werkgever kan in deze situatie deze subsidies met elkaar combineren. Echter, heeft de werkgever alleen nog recht op het LKV voor het overige percentage van de loonkosten die nog voor zijn eigen rekening zijn. Het totale bedrag van het LKV waar de werkgever recht op heeft zal evenredig worden verlaagd.
Praktijkleren & Loondispensatie
Werkgevers kunnen praktijk- of werkleerplaatsen aanbieden om mensen beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Wanneer zij dit doen kunnen zij mogelijk gebruik maken van de subsidieregeling Praktijkleren. Deze subsidie is een tegemoetkoming voor de kosten die een werkgever maakt voor de begeleiding van een leerling, deelnemer of student. De subsidieregeling Praktijkleren richt zich onder andere op studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat aan gekwalificeerd personeel. Het maximale subsidiebedrag per gerealiseerde praktijk – of werkleerplaats is €2.700.
De Loondispensatie door de gemeente is een regeling voor de werkgever waarbij de werkgever minder loon hoeft te betalen aan werknemers met een Wajong-uitkering die minder presteren. Deze regeling is wederom een maatregel op de arbeids(re-)integratie in de maatschappij te bevorderen. Bij deze regeling wordt een percentage van de loonkosten door de gemeente overgenomen, waardoor de werkgever slechts het overige gedeelte aan loonkosten voor eigen rekening krijgt.
Wanneer de werkgever een praktijk- of werkleerplaats heeft aangeboden voor iemand met een Wajong-uitkering die minder presteert, kan de werkgever deze subsidies combineren. De subsidieregeling Praktijkleren wordt uitgekeerd door de RVO; de loondispensatie door de gemeente.
WBSO & LKV
De Wet Bevordering Speur en Ontwikkelingswerk (WBSO) is een fiscale innovatieregeling ter ondersteuing van bedrijven die ontwikkelings- en/of onderzoeksprojecten uitvoeren. De WBSO vergoedt een deel van de (loon)kosten en uitgaven die een bedrijf heeft voor een Research & Development project. De werkgever krijgt hierbij een tegemoetkoming voor zijn werknemers per uur ontwikkelingswerk en draag minder loonheffing af.
Het kan voorkomen dat de werkgever iemand in dienst heeft voor een R&D-project, maar dat de betreffende werknemer ook onder 1 van de 4 doelgroepen van het LKV valt. De werkgever kan in deze situatie deze subsidies met elkaar combineren. Het gaat om 2 verschillenden instanties die subsidies verlenen. Het LKV wordt door het UWV georganiseerd en de WBSO wordt door de RVO uitgekeerd.
Nooit meer een subsidie missen?
Bespaar op loonkosten en maximaliseer uw winst – Ontdek hoe meer dan 80% van de bedrijven geld kan terugvorderen of besparen!
Nog vragen? Bel 030 22 70 149
Gerelateerd
Scholingssubsidies
Scholingssubsidies zijn subsidies die het werkgevers en werknemers aantrekkelijker maken om leren en werken te combineren. In dit artikel lees je welke soorten scholingssubsidies er zijn.
STAP-Budget
Vanaf 1 januari 2022 kunnen werkenden en werkzoekenden een STAP-budget aanvragen voor scholing en ontwikkeling. Dit STAP-budget bedraagt maximaal €1.000 en kan gebruikt worden om een sterkere positie op de arbeidsmarkt te creëren.
Loonsubsidies niet van toepassing op een DGA
Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) is in grote lijnen de hoogste baas binnen een BV of NV. Daarnaast bezit een DGA een groot deel van de aandelen van een onderneming. Over het algemeen zijn loonsubsidies niet van toepassing op een DGA.